• Vind Lesmonsters ook op

Een gat in mijn emmer

Date: February 4, 2013 Author: lesmonster Categories: Leesmonsters

eengatinmijnemmer

Beer wil zijn grasklokjes water geven. Maar er zit een gat in zijn emmer. Wat nu? Een leuk verhaal om voor te lezen. Laat de kinderen het verhaal naspelen met behulp van een verteltafel.

LESDOEL
De leerlingen luisteren naar een verhaal en identificeren de voorwerpen in het verhaal. Ze spelen het verhaal na en gebruiken de voorwerpen daarbij.

Kerndoel 9
De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten.

GROEP
Groep 1 en 2

MATERIAAL

  • Het boek ‘Ik heb een gat in mijn emmer’ van Ingrid en Dieter Schubert
  • De voorwerpen uit het boek
  • Een lage tafel
  • Een doek

Ik heb een gat in mijn emmer
Het boek ‘Ik heb een gat in mijn emmer’ van Ingrid en Dieter Schubert is gebaseerd op het Engelse liedje ‘There’s a whole in my bucket’. Beer wil zijn grasklokjes water geven. Maar er zit een gat in zijn emmer. Waar kan hij de emmer mee dichten? Egel heeft wel een idee. Met wat stro! Maar het stro is te lang. En de schaar om het stro mee te knippen is bot. Om te slijpen heb je water nodig. Maar daarvoor hebben Egel en Beer een emmer nodig en … daar zit een gat in. Dan steekt de wind op en gaat het regenen. De grasklokjes knappen ervan op. Beer biedt Egel een bosje aan. Egel zal het thuis in het water zetten. Waarin? Juist! In een emmer…

Verteltafel
Het boek is een ideaal boek om na te laten spelen met een verteltafel. De voorwerpen kunnen door de leerkracht worden meegenomen. Maar kinderen kunnen ook zelf dingen aan de tafel toevoegen. Het verhaal kan dan uitgebreid worden.

Lees het verhaal voor. Laat de kinderen steeds de voorwerpen uit het verhaal aanwijzen (emmer, stro, schaar etc.). Twee kinderen (afwisselend) mogen het verhaal daarna naspelen. De leerkracht leest voor en de kinderen beelden het verhaal uit. Ze gebruiken daarbij de voorwerpen uit de verteltafel.

Doe na afloop een spel. Leg een doek over de voorwerpen en haal steeds voorwerpen weg. De kinderen moeten zeggen welke spullen weg zijn. Vraag één of twee kinderen om op de gang te gaan staan. Spreek met de klas af dat er niets wordt weggehaald. En laat de kinderen die terugkomen raden wat er ontbreekt.

De verteltafel, van Hest, J., van der Hoeven, M. (2000).

Als… dan
Het verhaal is ook erg geschikt om als…dan-spellen te spelen.
Als je soep wilt eten…heb je een lepel nodig.
Als je je haar wilt knippen…heb je een schaar nodig.
Als je een zandkasteel wilt bouwen, wat heb je dan nodig?
En als je grasklokjes water wilt geven…?

Tip: plant wat grasklokjes in de klas!

Extra: maak een grasklokje
Laat kinderen na het voorlezen een grasklokje maken van papier. Leuk voor in de prille lente.

MATERIAAL

  • paars vloeipapier
  • wit crêpepapier
  • rechthoekige stukjes groen crêpepapier (stengel)
  • gekleurde vellen om de klokjes op te plakken
  • lijm

Laat de kinderen de vierkante blaadjes vloeipapier twee keer diagonaal dubbel vouwen. Dan de blaadjes weer open laten vouwen en door laten knippen op de vouwlijn. De blaadjes mogen de kinderen op het gekleurde vel plakken (als bij een grasklokje). Dan mogen ze het stuk groene crèpepapier oprollen. Deze ‘stengel’ plakken ze op. Een klein wit propje crêpepapier vormt de stamper.

De kinderen kunnen de grasklokjes ook verven!