• Vind Lesmonsters ook op

Ik proef…

Date: January 21, 2013 Author: lesmonster Categories: Natuur en techniek

smaken

Hoe smaakt eten eigenlijk? Zout, zuur, zoet of bitter?

Doelgroep
Groep 3, 4

Lesdoelen
De kinderen leren:

  • om de hoofdsmaken zout, zoet, zuur en bitter te herkennen
  • de tong kennen als smaakzintuig
  • hoe ze moeten proeven en welke andere zintuigen daarvoor ook van belang zijn

KERNDOEL 41: De leerlingen leren over de bouw van mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.

Materiaal

  • Bekers
  • Water
  • Zout
  • Thee
  • Citroensap (of een andere zure vloeistof)
  • Suiker
  • Roerstaafjes
  • Wattenstaafjes (4 per kind)
  • Vuilniszakken (om tafel mee te bedekken)
  • Citroen
  • Plaatjes van zoete, zoute, zure en bittere etenswaren en een tong
  • Tekenpapier met vier vakken, schrijf in elk vak een woord: zout, zuur, zoet of bitter (of laat de kinderen dit doen)

Inleiding
Laat een citroen zien en vraag de kinderen hoe die smaakt.
Hoe gaat je gezicht staan als je een hapje zou nemen van de citroen?
Laat de kinderen een ‘zuur’ gezicht trekken.
Vraag de leerlingen om hun tong uit te steken en die van hun buurman te bekijken.
Wat zijn de puntjes op je tong? (smaakpapillen)
Wat doe je ermee? (proeven)
Als je je tong verbrandt of erop bijt, proef je beter of slechter? (minder goed)
En als je verkouden bent? (idem)
Je tong is een ‘zintuig’. Welke zintuigen heb je nog meer nodig om te proeven? Je neus? (ja, het moet lekker ruiken) Je ogen? (Ja, het moet er lekker uitzien) Je oren? (nee, hoewel…)

Welke smaken zijn er nog meer, behalve zuur? Laat plaatjes zien van zoete, zoute en bittere etenswaren om de kinderen op ideeën te brengen.
Daarna doen de kinderen een proef om te zien of ze de smaken kunnen herkennen.

Proef
Op tafel staan vier bekers met water. Het water is zout, zoet, zuur of bitter gemaakt. De kinderen mogen om beurten hun staafje in beker 1 steken. Daarna steken ze het in hun mond (wijs de kinderen erop dat ze steeds een nieuw staafje nemen en dat elkaars staafje gebruiken vies is). Welke smaak proeven ze? Herhaal dit nog drie keer met beker 2, 3, 4.

Na de proef krijgen de kinderen een vel tekenpapier. Ze mogen vier tekeningen maken van zout, zoet, zuur of bitter eten. In ieder vakje schrijven ze erbij om welk eten het gaat.